top of page

Over vegetarisme en Louis Neefs

  • Foto van schrijver: Stephanie Coorevits
    Stephanie Coorevits
  • 18 jul 2017
  • 4 minuten om te lezen

linzensalade

God, wat ben ik fan van Louis Neefs. Ik kan u ten zeerste aanbevelen om eens naar YouTube te surfen en daar het clipje te bekijken van zijn performance op het eurosongfestival van 1969. Hij stond er toen met het fabuleuze ‘Jennifer Jennings’ en u hebt wellicht nog nooit zoiets aandoenlijks gezien als Louis die met een nooit gezien enthousiame zijn beide armen in de lucht gooit, onderwijl het refrein zingend. Wat een man. Wat een présence. Wat een teksten. De enige reden dat we toen niet gewonnen hebben lag enkel en alleen aan het feit dat al die andere landen de finesse van onze prachtige taal niet begrijpen.

Toen ik klein was, was Louis Neefs vaste prik in de auto. Mijn vader had een cassette (!) van de mans’ grootste hits en die hebben we werkelijk grijs gedraaid. Had ìk maar een beste vriend als Benjamin. Uren heb ik geoefend om door mijn tranen te kunnen lachen als Margrietje maar tot op heden zie ik er helaas nog steeds uit als iemand met een lichte achterstand wanneer ik dat probeer. Mijn ultieme favoriet was en is echter nog steeds ‘Laat ons een bloem…’. 50 jaar geleden geschreven maar actueler dan ooit. Geef toe: ‘De maan zal dan koud op je nachtmerrie schijnen. Geen mens die nog weet hoe het einde begon’… Zo’n zin grijpt toch recht naar de keel?

Dus laat ons het eens hebben over dat naar de pampus helpen van Moeder Aarde waar we allemaal zo goed in zijn. Toevallig bevinden we ons momenteel weer in de ‘Dagen Zonder Vlees’. Een initiatief dat gepresenteerd wordt als een moderne versie van de vasten waarbij we met zijn allen aangemoedigd worden om gedurende de veertig dagen voor Pasen geen vlees te eten. Dit met allerlei nobele achterliggende reden zoals daar zijn: Spaar het milieu. Spaar de dieren. Spaar uzelf wat euro’s uit.

Het maakt me niet uit wat uw redenen zijn om u te engageren voor een dergelijk initiatief: ik ben pro. Ok, niet zo pro dat ik er aan mee doe (ik eet al 3 tot 4 keer per week vleesloos en mag mezelf graag wijs maken dat ik mijn schuld daarmee heb ingelost) maar dikke duim voor jullie die het wel doen.

Ikzelf maakte, zoals het de gemiddelde unief student betaamt, vanzelfsprekend een vegetarische fase door. Het moet zo ongeveer in mijn eerste kandidatuur geweest zijn. Ik besloot- om redenen die me nu niet meer helder voor de geest staan (zal wellicht aan het toenmalige ijzertekort gelegen hebben) dat vlees voor mij niet meer hoefde.

Als zijnde een afstammeling uit een oertraditioneel West-Vlaams nest kan u zich de hilariteit inbeelden toen ik op het toenmalige familiefeest ietwat stil doch resoluut de rosbief aan me voorbij liet gaan. Mijn grootvader kreeg bijna een hartverzakking en mijn vader siste me toe dat ik moest stoppen met die dwaasheden en plantte prompt twee dikke lappen bloederig vlees op mijn bord. Natuurlijk at ik het op (ik had principes maar ik was niet suïcidaal) en God, wat smaakte dat. Ik had zo’n drie maanden geleefd op groenten, pasta en een occasioneel stukje vis en mijn lichaam snakte naar koe. Het vlees was mals, sappig, boterig en smolt op mijn tong. Halfslachtig hernam ik daarna mijn vegetarische levensstijl (op kot geen vlees, thuis halve dieren naar binnen stouwend ter compensatie).

Nu, 12 jaar later (*krimpt inwendig ineen bij dergelijke hardvochtige confrontatie*) heb ik een meer onderbouwde visie op het vlees-loze gegeven ontwikkeld. Ik kies bewust voor een aantal plantaardige dagen per week, voornamelijk omwille van ecologische redenen. We moeten eerlijk zijn met ons zelf: Moeder Aarde is nog niet dood maar ze is zo goed als terminaal. Ik hoor ik u denken: Ja, dat is allemaal heel jammer maar wat kunnen wij, als gemiddelde burger, daaraan doen? Wel, ik mag graag geloven dat als we met zijn allen consequent 1 of 2 dagen per week geen vlees zouden eten, dat een enorme impact zou hebben. Ok, eerlijk: ik heb geen flauw benul van hoe groot die impact daadwerkelijk zou zijn maar ik kies er voor om te geloven dat ze spectaculair is. Doet u mee?

Linzensalade

Een groot voordeel aan plantaardig eten is dat het u dwingt tot creativiteit. Een biefstuk zal altijd een biefstuk blijven maar met groenten kan je werkelijk alle kanten op. Iets wat bij ons bijna wekelijks op het menu verschijnt is onderstaande linzensalade + toppings. De toppings verschillen naargelang het seizoen en mijn persoonlijke goesting maar de basis blijft hetzelfde.

  • 1 kopje linzen per persoon

  • 2 kopjes bouillon per kopje linzen

  • 1 sjalot

  • 1 teentje look

  • enkele takjes tijm

  • 2 rode bieten

  • een kopje walnoten

  • een blok feta (of andere geitenkaas)

  • een bosje waterkers

  • enkele appelkappertjes

  • scheuten of kiemen ter keuze als afwerking

  • olijfolie, boter, zout en peper

De basis voor de linzen is dus altijd dezelfde en die gaat als volgt:

Doe de linzen in een steelpannetje, voeg de bouillon eraan toe, de tijm en het teentje look. Laat de linzen verder pruttelen op een zacht vuur tot ze beetgaar zijn (dit is meestal tot het water volledig door de linzen werd opgenomen). Giet de linzen dan af. Stoof een sjalot aan in wat olijfolie. Was de waterkers, snij deze fijn en stoof mee aan. Voeg de linzen weer toe. Laat verder stoven. Proef en kruid af met peper en zout waar nodig.

Maak intussen de toppings:

Verpak de bietjes in zilverpapier en leg ze in een voorverwarmde oven op 180°. Laat ze daar gedurende een halfuur- drie kwartier garen tot je mes er makkelijk doorglijdt (de gaartijd is afhankelijk van de grootte van de bietjes).

Bak de walnoten aan in een pan. Je kan dit doen door ze gewoon te roosteren in een droge pan maar als je er toch iets extra aan wil geven kan ik u aanvevelen de noten te bakken in wat goede boter en die dan te overstrooien met wat zout. Ze gaan er heerlijk door smaken.

Als de bietjes klaar zijn, snij ze in schijfjes of in partjes en zet aan de kant.

Om te garneren:

Vorm een balkje van de linzen-waterkerssalade op het bord (een rondje is ook goed hoor). Strooi daarop enkele walnoten. Versier met de rode biet plakjes en verkruimel wat feta over het geheel. Snij de appelkappers overlangs doormidden en schik enkele ervan op de salade. Werk af met wat kiemen naar keuze en een genereuze scheut olijfolie.

 
 
 

コメント


© 2023 by Salt & Pepper. Proudly created with Wix.com

bottom of page