Sociale Media
- Stephanie Coorevits
- 31 jul 2017
- 3 minuten om te lezen

Laten we het nog eens hebben over ‘sociale media’. Hoewel een verankerd onderdeel in de moderne menselijke interactie, soms heb ik veel zin om me er –heel asociaal- uit terug te trekken. Het voelt namelijk vaak iets te veel aan als de speelplaats op de middelbare school: 1% bestaat uit een hechte kliek mooie en populaire mensen. De overige 99% doet keihard z’n best om bij dat kliekje te kunnen horen. Het is met andere woorden gewoon 1 grote populariteitswedstrijd. Je post ‘leuke’ foto’s of ‘interessante’ quotes over jezelf en dan is het afwachten geblazen of mensen die ook leuk of interessant vinden. Het kan je humeur behoorlijk verpesten als blijkt dat mensen minder geïnteresseerd zijn in een konijn en een kip die seks hebben met elkaar dan je oorspronkelijk dacht (dit is een hypothetisch voorbeeld natuurlijk).
Ik zelf heb facebook, instagram en twitter. Laten we ze nog eventjes overlopen.
Facebook: behoeft geen uitleg. Dat medium waar je vrienden of familie middels een foto meedeelt dat je net een bord spaghetti hebt gegeten of dat je kinderen zomervakantie hebben. Deze boeiende beelden kan je verder toelichten aan de hand van een tekstje waar je dan ‘emoticons’ in verwerkt. Kwestie van duidelijk te maken hoe je je voelt bij al die belangrijke levensgebeurtenissen. Voor er emoticons bestonden deden we dat door te klungelen met haakjes en punt-komma’s en nog eens daarvoor spraken we af met onze vrienden zodat ze ons konden zien en aan de hand daarvan konden afleiden hoe we ons voelden. Nu is dat veel beter want daar waar wij, ordinaire mensen, beschikken over 4 basisemoties (blij, bang, boos of verdrietig) biedt je super- telefoon je een veel bredere waaier. Zo kan je je stemming verder toelichten middels een varkensneus, een parelhoen of een vlaggenmast waar twee vissen aan hangen. Zelden tot nooit heb ik in het echte leven gedacht: ‘had ik nu maar een vlaggenmast met twee vissen om te tonen hoe ik me voel’ maar dat zal wellicht te maken hebben met mijn gebrekkige empathische vermogens.
Goed. Instagram dan. Dat is heel interessant want daar kan je mensen volgen die in het gewone leven nooit je vrienden zouden willen zijn. Het is voyeurisme zonder dat je je er schuldig moet over voelen. Zelf kan je ook gevolgd worden door anderen en dat is dan weer een goede maatstaf om te weten of je als mens de moeite bent om te bestaan. Ik schat dat een Belg minstens 1.K volgers moet hebben om als min of meer belangwekkend beschouwd te worden en dat elke foto die je deelt binnen het uur minstens 400 likes dient te krijgen (Noot: ik heb 6700 volgers en een gemiddelde foto levert me 70 likes op. Hoewel moeilijk, probeer ik mijn wil om te leven hierdoor niet te verliezen).
Twitter is nog erger. Daar krijg je 140 tekens om iets interessants te vertellen waarop andere mensen diezelfde 140 tekens gebruiken om jouw mening belachelijk te maken. De eerste keer op Twitter was een beetje zoals in de statistiekles. Je ziet wel dingen maar je begrijpt er geen hol van. Er waren afkortingen en # en dingen als ‘dlvr.it/Llvq02’. Ik ‘tweet’ heel af en toe maar ga er binnenkort mee stoppen denk ik want het maakt dat ik me ongelofelijk STOM voel. Het ding is namelijk, lieve lezers, veel van wat wij denken (of zelfs zeggen) is eigenlijk niet echt nodig hoor. Onze meningen maken van de wereld zelden een mooiere plaats en ook nog: het kan mensen werkelijk niets schelen wat een ander te zeggen heeft. Iedereen is zo’n beetje naast elkaar aan het kwetteren.
En dan zijn er nog al die media waarvoor ik te oud ben zoals ‘snapchat’ (ik zeg dit niet om medelijden op te wekken. Mijn 12 jaar jongere broer heeft het me exact op die manier duidelijk gemaakt: ‘Steph, jij bent te oud voor snapchat. Dat is voor jongen mensen’). Snapchat is inderdaad iets voor de jongere generatie want het is flitsend en kort en het vereist de aandachtsspanne van een fruitvlieg. Het gaat als volgt: je post een filmpje of foto van jezelf en eens bekeken, verdwijnt dat weer. Het is met andere woorden, een combinatie tussen instagram en dementie en wordt voornamelijk gebruikt om ‘dickpics’ door te sturen of om jezelf regenbogen te laten kotsen. Ik denk dat ik voor het eerst oprecht blij ben om te oud te zijn voor iets.
Comments