Over in verval rakende metabolismen en varkensvlees
- Stephanie Coorevits
- 10 jul 2017
- 4 minuten om te lezen

Veel zaken verbeteren er niet op met ouder worden: geheugen, reactievermogen, veerkracht (zowel fysiek als mentaal), zintuigelijke scherpte, … en uw metabolisme. Met andere woorden: de snelheid waarmee u calorieeën gaat verbranden. Dat houdt in dat u dikker wordt zonder dat u daar veel voor moet doen. Feest.
Weet u nog toen u vroeger in de lagere school zat en ’s avonds thuis kwam en u werkelijk razend van de honger was? Dat, beste lezer, is een teken van een jeugdig metabolisme. Ik durf wedden dat u een dergelijk hongergevoel in uw volwassenheid nog maar zelden ervaart. Zeker, u eet meer dan vroeger maar wellicht uit vraatzucht, eerder dan honger? Of misschien moet ik maar gewoon voor mezelf spreken…
Toen ik nog op de lagere school zat, begon mijn maag steevast te grommen rond het tweede speelkwartier (15h), daar kon je de klok op gelijk zetten. Mijn gedachten dwaalden van de les af naar de heerlijkheden die mijn moeder me die avond zou voorschotelen: misschien zouden het wel ‘tomates farcies’ zijn, of witloof in hesp met kaassaus. Misschien zou het wel mijn favoriet zijn? Spaghetti… Of een familieklassieker: ‘preipla’ (ik vermoed dat dit weer zo’n schotel is die alleen binnen de familie Coorevits gekend is en waar verder niemand ooit van gehoord heeft maar u moet het eens proberen. Heerlijk! Het komt neer op prei en champignons stoven, witte saus maken, daar wat hesp onder versnijden en de hele handel in een ovenschotel mikken, kaas erover, onder de grill en klaar).
Ik at als kind alles (nu nog steeds eigenlijk) maar het één was me al liever dan het ander. Zo kon alles wat rook naar De Klassieke Drievuldigheid Der Vlaamse Keuken me niet bepaald bekoren. U weet wel: worst, appelmoes en ‘gebloemde’ patatten. Gebraad, bloemkool en ‘gebloemde’ patatten. Of de allergrootste teleurstelling: kotelet, rode kool en ‘gebloemde’ patatten. Ik hoop dat u merkt hoe belangrijk de eigenschap ‘gebloemd’ is wanneer het gaat over een patat. Geen grotere zonde in West-Vlaanderen dan een ongebloemde patat. Of het zou iemand moeten zijn die niet houdt van een dagelijks patatje. Ik dus. (Mijn familie beschouwt het als een genetische afwijking en probeert er zo min mogelijk aandacht aan te schenken.)
Op de rode kool had ik op zich niets tegen. Ik hou van elke groente. Maar lekker ruiken doet zo’n kool helaas niet (en dat geldt zowel pre- als post- consumptie). Het ergste element op dat bord was wat mij betrof de kotelet. Met respect voor het varken dat daar zijn leven voor gaf maar het zich wat de moeite kunnen besparen. Koteletten vind ik (nog steeds trouwens) het saaiste voedsel ooit. Van die taaie lappen uitgebakken vlees waar een dikke vetrand aan hangt en waar je met alle macht op moet inhakken om er een stuk af te krijgen. Wat dan weer onvermijdelijk resulteert in een tandentergend gepiep van het bestek dat over je bord schraapt.
Dus toen ik met rammelende maag uit school kwam, hopend op spaghetti, maar me in plaats daarvan boven beschreven maaltijd werd voorgezet, ontsnapte me vaak een afkeurend commentaar: ‘ ’t stinkt.’ Wat me prompt op een pedagogische tik kwam te staan. Mijn protest bracht trouwens toch geen zoden aan de dijk want bij ons werd niet gedaan aan dat modern ‘één hapje proeven is genoeg, schattebout’. Nee, opeten zouden we. Soit. Ik klaag niet hoor. Ik zal met mijn – hypothetische- kinderen juist hetzelfde doen. Zo kweek je alleseters en sterke karakters. Of toekomstige bijlmoordenaars. Dat zien we dan wel weer.
Recept: ‘Pulled Pork’
Gelukkig is er wél iets dat er met ouder worden op vooruit gaat en dat is het ontdekken van nieuwe recepten. De klassieke ‘kotelet-rode kool-patat’ affaire krijgt hier een make-over. Ik steek een stuk varkensvlees in de slowcooker en laat dat een hele nacht pruttelen tot het taaie, harde vlees zich getransformeerd had in smelt-in-mond-draadjesvlees (‘pulled pork’). De rode kool wordt niet plat gekookt maar blijft fris en knapperig onder de vorm van een salade. Wat de patat betreft, ik blijf hardnekkig mij mijn standpunt. Ik heb genoeg gekookte patatten gegeten voor jaren ver dus vervang ik deze door wraps.
Pulled Pork (voor 4 personen):
1 ontbeende varkensschouder
2 eetlepels bruine suiker
1 eetlepel paprikapoeder
1 koffielepel chilivlokken (of chilipoeder)
1 eetlepel grof zeezout
2 eetlepels mosterd
2 eetlepels balsamico –of appelazijn
1 eetlepel zwarte peper (gemalen)
2 uien
2 teentjes knoflook
Meng de bruine suiker, het zout, de paprika, de chili en de peper en wrijf hiermee de varkensschouder in. Snij de ajuin in stukken. Leg deze, samen met de look, op de bodem van je slowcooker (*). Schik hierop de varkensschouder. Klop de azijn en de mosterd op tot een gebonden mengsel en giet dit over het vlees. Laat het vlees gedurende 7-8 uur garen op de laagste stand van je slowcooker tot het helemaal uit elkaar valt.
(*)Ik gebruikte voor deze bereiding een ‘crockpot’ (merknaam voor slowcooker). Als je die niet in huis hebt staan, dan zal een Creuset het klusje even goed klaren. Je zet de hele boel gewoon in de oven op 90° gedurende een hele nacht.
Rode kool
-1 rode kool
- 2 rode, knapperige appels
- witte wijn azijn of appelazijn
- olijfolie
- koriander voor de afwerking
Snij de rode kool in julienne. Snij de appels in blokjes. Meng onder elkaar. Maak de salade aan met azijn en olijfolie naar smaak.
Presentatie: ik zet meestal gewoon de pot op tafel, toast enkele pitabroodjes, verwarm wat wraps en zet dit allemaal op tafel, samen met de salade en wat partjes limoen. Op die manier kan iedereen zijn eigen ‘broodje’ maken.
Comments