top of page

Insomnia

  • Foto van schrijver: Stephanie Coorevits
    Stephanie Coorevits
  • 15 sep 2017
  • 7 minuten om te lezen

Sommige dingen in het leven zijn helder. Je bent voor of tegen. Zo is het aan te raden om tegen nazisme, verkrachting en mishandeling van kleine dieren te zijn. Aan de andere zijde komt u des te sympathieker over wanneer u grote fan bent van verdraagzaamheid, elementaire beleefdheid en recyclage. Soms is het echter minder duidelijk en merkt u dat u wat ambigue ten aanzien van bepaalde zaken staat. U weet niet goed of u het desbetreffende fenomeen tof dan wel lastig vindt.


Ik heb dat bijvoorbeeld met slapen. In die zin dat ik er zeker het nut van inzie en, eens ik er daadwerkelijk in geslaagd ben om in slaap te vallen, ik er ook oprecht van kan genieten. Maar het is dat proces van in slaap vallen waar ik wat moeite mee heb.

Ik behoor tot die 30% van de bevolking die lijdt aan een slaapprobleem. Ik kan relatief makkelijk doorslapen maar inslapen is vaak, zoniet elke avond, een karwei. Vaak kom ik met wallen ter hoogte van mijn kin aan op het werk na 'une nuit blanche' en krijg ik de bezorgde opmerking: 'Wow, jij ziet er slecht uit'. 'Dat klopt,' zeg ik dan, 'dat is omdat ik niet geslapen heb vannacht'. 'Oei, waarom niet?' volgt dan.

En kijk, lieve mensen, dat is een logische vraag maar ook een heel stomme. Want, mocht ik daar een antwoord op hebben, dan zou ik ook een oplossing kunnen formuleren. Maar ik weet dus niet waarom ik niet kan slapen. Ik weet alleen dat ik daar al als klein meisje moeite mee had. Uren lag ik in mijn bed, te staren naar het veelkleurige bolletjesbehang, verlangend naar een slaap die maar niet kwam. Nu, als zelfstandige volwassene, lees ik wat in een boek, tot ik dƩnk dat ik moe genoeg ben maar als kind mocht dat niet van mijn moeder. Om 8 uur ging het licht uit en de boeken toe. Ze had gelijk natuurlijk, het is vrƩselijk om een dochter te hebben die 's nachts boeken leest in haar bed. Dan liever een crack-rokend exemplaar dat 's nachts het raam uit sluipt om onbeschermde seks te hebben met langharige nozems.


Anyway. Ik verveelde me kapot tijdens die donkere uren en bedacht een spelletje om mezelf te entertainen. Als ik geen verhaaltjes mocht lezen, dan zou ik ze zelf wel verzinnen. Heelder maanden moet ik gespendeerd hebben aan de wildste fantasieën. Als kind droomde ik dat ik een kapster was en kon vliegen (kapster leek me het summum van wat je op carrièrevlak als meisje kan bereiken). Als puber fantaseerde ik over de jongen waar ik op dat moment verliefd op was. Meestal een ongelofelijk populaire eikel die me nog niet zou zien staan hebben als ik me voor zijn voeten zou geworpen hebben en hij over me was gestruikeld (dat was ook werkelijk één van de 'slimme strategieën' die ik 's nachts bedacht om zijn aandacht te trekken). Ik fantaseerde over mijn eerste kus en later over mijn ontmaagding. Stuk voor stuk droombeelden, gestoeld op scènes die ik uit films bij elkaar gesprokkeld had: onze lichamen zouden gehuld zijn in een soort van wazige mist, we zouden vooral kussen en handen vast houden en voortdurend in elkaars ogen verdrinken, hij zou zachtjes lieve dingen in mijn oor fluisteren en het hele gedoe zou uitermate aangenaam en liefdevol aanvoelen en -uiteraard- eindigen in een gezamenlijk orgasme waarbij we enkel zachte zuchten van genot zouden uitstoten.

Onnodig om te zeggen dat de Ʃchte ervaring (met op en neer gepomp, scheurende pijn, bloed en het geluid als ware er twee natte zeehonden tegen elkaar aan het kletsen), dan als een milde teleurstelling aanvoelde.


Nu, op mijn 32ste, doe ik dat nog steeds: verhaaltjes verzinnen als ik in bed lig. Ik probeer me te ontspannen door na te denken over reizen die ik nog wil maken, wat ik zou doen mocht ik ooit euromillions winnen (echt heel goeie en altruïstische dingen. Ik verdien dit!!), hoe ik mijn droomhuis zou inrichten, wat ik allemaal zou eten op één dag mocht ik een razendsnel metabolisme hebben,... en meer van die relevante dingen. Het is een gewoonte. Een beetje vreemd misschien maar dat is dan maar zo.

Echter, de laatste tijd begin ik me af te vragen of die gewoonte niet eerder nefast is voor mijn slaap. Ik heb de verschillende fasen van die fantasieƫn eens geanalyseerd (ik ben een toffe hoor) en ben tot het besef gekomen dat in eerste instantie die verhaaltjes leuk en ontspannend zijn maar dat ik al snel begin na te denken. En denken, dat kunnen wij, de vrouwtjes, maar beter niet te veel doen. Ik licht het toe aan de hand van een voorbeeld:


Ik lig in bed, kan niet slapen en probeer mezelf dus in een soort trance te denken. Dat gaat dan als volgt: 'Goh, mocht ik meer geld hebben dan zou ik zoveel coolere dingen doen dan al die rijke fuckers die ik ken. Ik bedoel, ik heb een aangeboren gevoel voor stijl. Mijn keuken zou zò in VT Wonen kunnen komen. Een lang eiland, gegoten in beton met een marmeren werkblad. Een stijlvolle AGA met koperkleurige accenten, een ruwe houten vloer, overal exotische planten, plafondhoge ramen en natuurlijk een open haard. Een loft. Ja, dat zou wel bij mij passen. In zo'n oude industriële site. Eventueel in New York. Of Brussel. Maar dan zou ik mijn vrienden wel niet vaak meer zien. Ik zou nieuwe vrienden moeten maken. Ik ben daar eigenlijk niet bijster goed in, in sociale contacten. Hoewel ik natuurlijk niet meer zo snel begin te blozen als vroeger. Eikelkoppen eigenlijk, die mensen die het nodig vinden om je erop te wijzen dat je rood wordt. Alsof je zelf niet voelt dat je kop in brand staat. Misschien moet ik eens wat nieuwe vrienden maken? Niet dat de oude niet goed genoeg zijn maar je weet waar nooit. Gewoon, bij wijze van marge. Goed plan, Coorevits, dat doen we! Maar hoe? Dan moet ik alleen op café gaan. Zou ik dat kunnen? Misschien moet ik dat maar eens proberen. Maar waarover praat je in godsnaam met mensen die je niet kent? Hobby's? Ik heb geen hobby's. Misschien moet ik meer hobby's nemen. Misschien moet ik weer yoga gaan doen? Ik was wel heel lenig toen. Ik kon minstens dertig seconden de kikvors doen. Zou ik dat nu nog kunnen? Misschien moet ik dat eens proberen? Nu? Neen, dat is raar. Morgen. Nadat ik ben gaan lopen. Fuck, ik moet morgen om zes uur opstaan om te gaan lopen en hoe laat is het nu? Niet kijken, niet kijken, niet kijken! (ik kijk op de wekkerradio). Shit, twee uur dertig al. Ik moet dringend slapen. Als ik nu in slaap val, dan heb ik nog 3.5 uur. Naar het schijnt word je dikker van te weinig te slapen. Waarschijnlijk heb ik daarom zo'n pens hangen. Misschien ben ik zwanger. De onbevlekte ontvangenis dan. Misschien ben ik Maria. En ben ik zwanger van de nieuwe Messias. Haha. Dan kom ik in dat ene programma 'I didn't know i was pregnant'. Papa zou zo trots zijn! Ik moet gewoon minder zuipen. Saai zeg. Ik drink graag. Dat is mijn beloning omdat ik weer een dag ben door gesparteld. Zou ik kunnen stoppen met drinken mocht ik dat willen? Natuurlijk wel. Pffff, ik wil nooit een alcoholieker worden. Dan zou ik nooit meer mogen drinken. Beter gewoon een beetje minderen nu om dat rampscenario te voorkomen. Is het normaal dat ik zo denk? Is dat geen typische gedachte van een verslaafde? Shit, ik wist het hé, ik heb een alcoholprobleem. Hoe laat zou het zijn? Niet kijken, niet kijken, niet kijken. (ik kijk op de wekkerradio). Kak, 3 uur. Dat wordt weer tof morgen. Ik ga te moe zijn om mijn poten op te heffen. Misschien moet ik niet gaan lopen, dan kan ik wat langer slapen. Ok, maar dan mag je morgen niet drinken ter compensatie. Lopen dan maar.


Enfin, u snapt het wel waarschijnlijk. Mijn gedachten slaan op hol, ik begin te piekeren en zoals dat nu eenmaal gaat, lijkt alles in het holst van de nacht compleet onoplosbaar.


Daarom was ik zo blij toen ik een jaar geleden een wonderlijk iets ontdekte. Een oplossing voor al mijn problemen. EƩn klein pilletje (of zelfs maar een halfje) en binnen de tien minuten gleed ik weg in een zoete, diepe, droomloze slaap. Stilnoct (*engelengezang*). Een tijdlang ging het uitstekend. Tot ik ontdekte dat, als ik een Stilnoct nam en niƩt ging slapen, ik in een soort roes terecht kwam waarbij alles grappig en licht aanvoelde. Ik was er op die momenten ook van overtuigd dat ik een creatief genie was. Het was alsof de dagelijkse realiteit als een slot functioneerde op mijn hersenen en dat pilletje de sleutel was om de poort open te zetten naar eindeloze mogelijkheden. Daar zat ik dan, in het holst van de nacht, knetterstoned (wat dat was ik natuurlijk, slaappillen zijn namelijk drugs), de kat bij zijn voorpoten grijpend om ermee in de living rond te dansen. Alsof dat nog niet zielig genoeg was, vond ik het op die momenten ook een uitstekend idee om mijn gedachten met anderen te delen. Dus nam ik mijn telefoon ter hand en begon, heel willekeurig, mensen te SMS'en om hen te vertellen dat ik -bijvoorbeeld- een servies zou ontwerpen en hen vervolgens tot in detail te vertellen hoe dat er dan precies zou uitzien. Om ƩƩn uur 's nachts.

Ik zei het al, ik kan niet bepaald de straat leggen met mijn vrienden en al snel werd het duidelijk dat ik er helemaal geen meer zou over houden als ik zo zou verder doen. Daarnaast bedacht ik, heel slim, dat ƩƩn verslaving wellicht genoeg is. Dus ik heb mezelf een Stilnoct-loze periode opgelegd. Een soort van vasten, zo u wil. Kijk, ik ga niet zeggen dat ik ervan geniet. Verre van zelfs. Ik ben ook absoluut van plan om, na de onthouding, weer volop slaappillen te nemen. Maar dan misschien in mindere mate. Of alleen wanneer het echt nodig is. En ik ga de kat buiten steken en mijn GSM uitzetten voor ik er eentje slik.


Volgens mij kan ik met dit inspirerende verhaal zò aan de slag bij de drugspreventie. Wat denkt u?

Ā 
Ā 
Ā 

ć‚³ćƒ”ćƒ³ćƒˆ


© 2023 by Salt & Pepper. Proudly created with Wix.com

bottom of page